In de documentaire ‘Hoe Jordaan uit Haaksbergen verdween’ interviewt plaatsgenoot Rutger Spanjer vijf oud-werknemers over de laatste gloriejaren en uiteindelijke ondergang van dit familiebedrijf. De documentaire is op rondhaaksbergen.nl te beluisteren.
Zo tegen het einde van de jaren ‘60 van de vorige eeuw zit een groot deel van de Twentse textielindustrie in zwaar weer. Voor Jordaan – in 1960 gefuseerd met Ter Weeme in Neede en vervolgens in 1962 opgegaan in de Koninklijke Nederlandse Textiel Unie (KNTU) – is dit niet anders. De erg slechte economische vooruitzichten hebben meerdere oorzaken. De KNTU blijkt een mammoettanker die rechtstreeks op een ijsberg afvaart.
De sfeer rondom de fabriekspijp van Jordaan wordt in die jaren logischerwijs onzekerder en onzekerder. Het echtpaar Gerrit en Christien Menkehorst, beide werkzaam bij Jordaan herinneren zich nog de regelmatige gesprekken van de Ondernemingsraad. ‘Werknemers die hierin zitting hadden kwamen dan terug van zo’n gesprek, maar ze hadden een zwijgplicht. Ze mochten dus niets zeggen terwijl veel collega’s vragen hadden. Een lastige positie dus.’
Overbruggingskrediet
De werkgelegenheid van duizenden Twentenaren in de textielindustrie staat op de tocht en ook de landelijke politiek begint zich te roeren. In 1969 en 1970 ontvangt de KNTU van de Nationale Investeringsbank overbruggingskredieten. Het mag niet baten, de textielindustrie in Twente blijkt een bodemloze put. De veelal traditionele familiebedrijven blijken te laat zijn gestart met reorganiseren en innoveren. Een uitzondering vormt later de Koninklijke Ten Cate.
Iedereen bij Jordaan lijkt zich er langzaam maar zeker van bewust dat het einde van het bedrijf nadert. Hendrik Hilderink (i.m.): ‘In die tijd gingen veel textielbedrijven ten gronde, we kregen het gevoel van: dit overleven wij ook niet. Volgens Henk Boller (i.m.) was achteraf bezien het onafhankelijk worden van Indonesië een behoorlijk aderlating voor het bedrijf. ‘Veel japonstoffen die Jordaan weefde werden tot balen geperst en gingen naar Indonesië.’
Voorraden
Volgens Jan Leppink (i.m.) had Jordaan eerst nog profijt gehad van de uitgeputte voorraad huishoudgoederen na de Tweede Wereldoorlog. ‘In de oorlog was de voorraad huishoudtextiel bij de Nederlandse huisvrouwen helemaal opgebruikt. Na tien tot vijftien jaar waren die voorraden weer geleidelijk aangevuld. Tegelijkertijd waren in Duitsland de textielfabrieken weer opgebouwd. Tegen die moderne fabrieken was het lastig concurreren.’
Wat iedereen in Haaksbergen vreest, gebeurt uiteindelijk in 1970. De Raad van Bestuur van de KNTU constateert in 1969 een tegenvallende omzet en lage marges bij Jordaan-Ter Weeme. Het resultaat ligt 2 miljoen gulden onder de verwachting. Men besluit hierop om de productie van huishoudtextiel bij Ter Weeme in Neede te concentreren. In Haaksbergen komen vierhonderd arbeidsplaatsen te vervallen. De weverij van Jordaan wordt grotendeels ontmanteld.
Van de Koninklijke Jordaan is na deze reorganisatie alleen nog de voeringstoffenafdeling over. Deze wordt verkocht aan de Belgische textielonderneming T.A.S., een bedrijf dat zelf financieel niet gezond is, zo zal snel blijken. Directeur Dick Jordaan (i.m.) probeert destijds in een verwoede poging om het laatste restant van zijn familiebedrijf te redden, maar dit lukt hem helaas niet.
Foto: Veel straatnamen in Haaksbergen zijn direct of indirect verbonden met Jordaan. Foto: Rutger Spanjer
Volgende week deel 4 in deze serie.