12:00 Haaksbergen - aangepast om 10:45

“101 jaar, dat ben ik dan toch maar mooi geworden!”

Burgemeester feliciteert Margaretha Konink

Kaarten, bloemen en mondjesmaat visite. Met volle teugen genoot Margaretha Konink-Schabbing (101) van alle aandacht op haar bijzondere verjaardag. Burgemeester Rob Welten maakte graag tijd vrij om de jarige persoonlijk te feliciteren. “Honderd en één jaar, dat ben ik dan toch maar mooi geworden!”, aldus de hoofdpersoon met een grote glimlach.

De wieg van Margaretha Schabbing stond in het Duitse Alstätte. Nét aan de andere kant van de grens werd ze op 20 april 1920 geboren, als jongste van zeven kinderen. Ze groeide op in een warm gezin en kende een gelukkige jeugd. De Tweede Wereldoorlog, die ze heel bewust meemaakte, had nogal impact op haar leven en dat van haar broers en zussen. Na de oorlog ging ze werken bij de Boekelosche Stoombleekerij. Daar, in de textielfabriek, leerde ze Haaksbergenaar Hendrik Konink kennen. Ze trouwden in 1952 en kregen samen vier kinderen: Ria, Johan, Harrie en Ineke. Later werd hun gezin uitgebreid met vier kleinkinderen en vijf achterkleinkinderen.

De heerlijkste taarten

De hechte band met haar Duitse familie heeft ze altijd gekoesterd. Zolang dat kon fietste ze geregeld naar Alstätte. Dan bezocht ze haar vader (die 96 jaar werd) en haar broer die eveneens in het ouderlijk huis woonde. Wat Margaretha Konink-Schabbing meebracht uit Duitsland zijn haar onmiskenbare bakkunsten. De heerlijkste taarten toverde ze thuis uit de oven. Ook brood bakte ze zelf. “Alles volgens eigen recept”, aldus dochter Ineke.

Lekker buiten bezig

Het liefst was ze lekker buiten bezig. Tuinieren deed ze graag. Ze verbouwde groente die ze vervolgens weckte. Datzelfde gebeurde met de morellen van de boom naast het huis. Op woensdag met de fiets naar de weekmarkt was vaste prik voor haar. Na een ernstige val, bijna tien jaar geleden, gaat lopen moeizaam. Van altijd goed te pas, moest ze ineens behoorlijk inleveren. Samen met zoon Johan woont Margaretha Konink nog altijd op dezelfde vertrouwde plek. Het huis is haar heilig en ze hoopt er tot het laatst te kunnen blijven. En ze heeft nóg een wens: dat ze na de corona alsnog haar verjaardag uitgebreid kan vieren met de hele familie erbij.