14:00 Haaksbergen - aangepast om 12:47

Column Caro woudstra

Roemenië

Het enige dat ik van Roemenië kende waren de beelden op tv in de jaren ‘80 over Ceasescu. En de Roemeen voor de supermarkt met zijn accordeon. Een nogal eenzijdig en weinig positief beeld.

Daarom wilde ik met eigen ogen zien of het beeld dat ik heb wel klopt met de werkelijkheid. Ik pakte mijn spullen en samen met mijn lief zwierven we rond in het land dat de meeste mensen kennen van de weeshuizen, rondtrekkende roversbendes en de zwerfhonden. Al vlak over de grens bleek het tegendeel meer dan waar. Daar waar je in Nederland de rotzooi en afval in de berm ziet liggen was het hier schoon en groen. Nederland kan wat leren van Roemenië als het om vieze troep opruimen gaat.

In de grote steden reden Porsches, Mustangs, Corvettes en Dacia’s! Altijd al geweten dat de Dacia tot de betere auto’s behoort. Ik heb er namelijk zelf ook een.

Roemenië kent veel beroemde schrijvers en dichters waarvan de meeste mensen in Nederland nog nooit van gehoord hebben. En tot voor kort ik ook niet. Roemenië staat bekend om de uitvinding van de insuline, de vulpen en de straaljager. Waarom weten we meer over de consumptie- en wegwerpmaatschapij die ook wel de Verenigde Staten genoemd worden dan over de belangrijke uitvinders  van een land hier om de hoek?

In Braşov wandelden we door een klein parkje en plots zag ik daar een twintigtal graven. Gewoon midden in de stad op een ongebruikelijke plek. Ik liep ernaar toe en zag bij de sterfdatum allemaal het jaar 1989 staan. Op de grafstenen stonden foto’s van knappe jonge mannen. Er was een vrouw bezig bloemen te verversen. De nog nauwelijks uitgebloeide rode rozen maakten plaats voor gele gladiolen die symbool staan voor kracht, overwinning en trots.

De vrouw zag er piekfijn gekleed uit in een witte gestippelde jurk met ceintuur en een bijpassend hoedje. Ze moest al best oud zijn maar ondanks haar leeftijd maakte ze nog een kwieke en sterke  indruk. Ze verwisselde de bloemen alsof ze dat al honderden keren gedaan had. Toen ze me zag kijken liep ik naar haar toe en vroeg ik haar wie daar lag. ‘Mijn zoon ligt hier’ zei ze met trots en verdriet in haar stem. ‘Wat is hier gebeurd?’ vroeg ik wijzend naar alle graven. ‘Ze zijn allemaal omgekomen tijdens de revolutie’ vertelde de vrouw. Met schrik realiseerde ik me hoe weinig ik over de geschiedenis wist. Ik wees naar zijn foto en vroeg wat voor jongen het was. Hoe was zijn karakter? vroeg ik. De vrouw begon te vertellen dat hij zo lief en zachtaardig was. Goed voor iedereen. Hij hield van knuffelen en ze miste zijn knuffels nog elke dag. Ik wees naar zijn geboortedatum. ‘We zijn bijna even oud’ zei ik. Alleen zijn leven stopte toen hij negentien was en ik mocht door.

Pas nu kregen de televisiebeelden die ik in de jaren ‘80 heb gezien over de val en executie van de communistische dictator Ceasescu een gezicht.

We nemen afscheid en ik zie haar in de drukte van de stad verdwijnen. Denkbeeldig zie ik een jongen van een jaar of negentien naast haar lopen die haar even een stevige knuffel geeft.

Caro