
Column Ton van Rijswijk
We zijn weer een beetje vrij
Vanaf 5 juni mag er weer een heleboel meer in het Corona-tijdperk. We kunnen nog niet onbeperkt “los”, maar er is weer wat meer levensruimte ontstaan. Als ik zeg “we zijn weer bijna vrij” klinkt het net alsof ik mij heel onvrij, heel gevangen heb gevoeld en dat is niet zo. De beperkingen, die ons opgelegd zijn waren nodig om het virus zoveel mogelijk “buiten te houden”. Nee inderdaad waren de afzonderlijke maatregelen niet altijd helder, duidelijk en consequent, maar ik had toch wel steeds vertrouwen in de goede bedoelingen van onze overheid. Althans, ik geloof niet in complottheorieën in dit verband, ga er niet vanuit, dat al die mondiale overheden er enig belang bij hadden om ons in een uiterst ongewoon keurslijf te duwen. Los van de vraag of al die overheden überhaupt in staat zouden zijn een wereldwijd complot in elkaar te zetten, dat niemand zou kunnen doorgronden. Laten we ons daar geen zorgen over maken, voorlopig hebben we nog onze handen vol aan het definitief afscheid nemen van het vervelende virus, dat hoe dan ook veel schade heeft aangericht. Fysiek, geestelijk en economisch. We zullen er nog vele jaren de schade van ondervinden, want het waren niet de “diepe zakken” van Hoekstra, waar alle financiële compensatie vandaan kwam, maar het waren de “diepe zakken” van de belastingbetaler. Slechts één aandachtspunt blijft straks over zodra echt alles weer open is: is het niet zinvol een paar basismaatregelen, die we ons eigen hebben gemaakt, gewoon te handhaven? Veelvuldig reinigen van de handen, reinigen van winkelwagentjes (ik zie het nu al steeds minder mensen doen!) en reinigen van deurkrukken, ook thuis. Het zijn de verspreiders bij uitstek. Winnen we ook moeiteloos de strijd met het griep- en verkoudheidvirus. Gewoon blijven doen dus.