
Column Caro Woudstra
Vakantie
Vlak voor de vakantie begin ik te broeden waar ik naartoe wil of wat ik wil gaan doen. Wat wil ik meemaken? En wat wil ik doen? Wordt het aan een zipline door de jungle of ga ik het streetfood in Delhi uitproberen? Ik weet nog dat ik door iedereen gewaarschuwd werd om niet ‘van de straat te eten’ in India (allemaal mensen die er nog nooit geweest waren) maar ik wist dat het lekkerste eten in de drukste kraampjes op straat te vinden waren. Nog nooit ben ik daar ziek geworden.Een dagenlange wandeltocht in de Azoren of een treinreis door Egypte lijken me ook wel wat. Vrijwilligerswerk in verschillende landen heb ik al eens gedaan. Ik heb gekookt met veel mensen en in gastgezinnen het dagelijks leven meegemaakt aan de andere kant van deze aardbol. Ik weet nog dat ik net een paar dagen in Indonesië was en dat ik achterop een motor meereed met iemand de kampong in waar ik bij haar moeder in huis samen heb gekookt. Dit soort herinneringen blijven hangen. De wereld is mijn speelplaats.Toch is het opvallend hoe de bestemming eigenlijk minder belangrijk is dan het gevoel dat vakantie me geeft. Het loskomen van de sleur. De ruimte in mijn hoofd die optreedt zodra ik de deur van mijn werk achter me heb dichtgetrokken, mijn telefoon die ik nog maar half zo interessant vind. In de kerstvakantie blijf ik meestal thuis. Eindelijk tijd voor mezelf om te lezen, schrijven en andere lulligheidjes te doen. Ook heel leuk. Maar het allermooiste vind ik nog dat ik het verstand, gezondheid, het geld en de mogelijkheid heb om op vakantie te gaan. Niet voor iedereen een vanzelfsprekendheid. Én, het allerbelangrijkste: de vrijheid om te gaan en staan waar ik wil. Die vrijheid voelt nooit vanzelfsprekend. In veel delen van de wereld is het dat ook niet. Juist daarom probeer ik elke vakantie, hoe ver of dichtbij ook, te zien als een voorrecht. En dat voorrecht benut ik voor de volle honderd procent! En zo broed ik elk jaar opnieuw. Niet op waar ik naartoe ga maar op de vrijheid zelf.
Caro