
Erfgoedcommissie zorgt met liefde voor oude gebouwen
Dat het Zwarteland nu weer opgebouwd wordt in de sfeer van weleer is voor een belangrijk deel de verdienste van de Haaksbergse Erfgoedcommissie. Het advies van de commissie hierover bleef overeind toen woningcorporatie Domijn en de gemeente plannen uitrolden voor de wederopbouw van het voormalige arbeiderswijkje. Wat staat er verder op de erelijst van de Erfgoedcommissie? En net zo belangrijk: wat is de commissie nog meer van plan? Tijd voor een goed gesprek met Evert Jan Krouwel, voorzitter van de Erfgoedcommissie in Haaksbergen.
Krouwel, van huis uit historicus, wordt in de Erfgoedcommissie vergezeld door bouwkundigen, met ieder een eigen specialisme en stuk voor stuk veel passie voor het behoud van oude gebouwen. De commissie geeft het college van B&W gevraagd en ongevraagd advies over het aanwijzen van nieuwe monumenten. Krijgt een pand eenmaal een monumentale status, dan geniet het bescherming, is deskundige ondersteuning bij onderhoud en restauratie voorhanden en zijn er mogelijk ook subsidies in te zetten. Krouwel: “Onze taak zit er zeker niet op als een gebouw of object is aangewezen als monument. Wij denken mee als iemand z’n huis comfortabeler wil maken en weten de kortste weg naar financiële hulp.”
Volgende generatie monumenten
Er staan heel wat oude boerderijen, woonhuizen, kerken en zelfs grenspalen op de lijst met gemeentelijke monumenten. Zij dragen het monumentenschildje en hebben zoals gezegd een beschermde status. Wie de lijst bestudeert ziet dat het bouwjaar meestal van ver voor de Tweede Wereldoorlog was. Het oudst is een boerderij aan de Bartelerweg waarvan een deel uit 1475 dateert. Panden uit de periode na beide wereldoorlogen zijn niet of nauwelijks aangemerkt als monument. “Je monumentenbestand moet een blauwdruk zijn van de geschiedenis van een gemeente”, legt Krouwel uit. “Maar een afspiegeling van de typische panden uit de tijd van de wederopbouw ontbreekt in Haaksbergen nog. Daarom gaan we nu aan de slag met het aanwijzen van de volgende generatie monumenten.”
Mooi of lelijk
Het Gängelhuuske aan de Molenstraat – een voormalig garagebedrijf en nu in gebruik als verenigingsgebouw voor DIO – is een voorbeeld van een object dat wel eens een monumentenschildje opgeschroefd zou kunnen krijgen. “Het Gängelhuuske typeert de bouwstijl van na de Tweede Wereldoorlog”, vertelt Krouwel, “met z’n uit het lood geplaatste muren en schoorsteen, eenvoudige opbouw aan de voorzijde en wit geschilderde stenen.” Ook de fabriekspijp langs de Goorsestraat heeft de commissie in het vizier. “Ons doel is de krenten in de pap te behouden. Of iets mooi of lelijk is verandert met de tijd. Het kan best zijn dat we met ons allen iets nu spuuglelijk vinden. Over honderd jaar kijken we heel anders naar zo’n gebouw.” Waar hij maar mee wil zeggen dat we niet overal de sloophamer tegenaan moeten slaan. Bijna was dat ook gebeurd met het complete voormalige fabriekspand van Odink & Koenderink aan de Parallelweg. “Gelukkig is er geluisterd en blijft nu het oude kantoorgedeelte staan.”
Subsidie
Eigenaren van monumenten kunnen dikwijls gebruik maken van een subsidie om een pand of object in stand te houden of verbeteren. Het vervangen van enkel glas, isoleren van een spouwmuur of verwijderen van asbest, allerlei verbeteringen kunnen in aanmerking komen voor een financiële injectie. De Erfgoedcommissie geeft advies aan het college van B&W, dat er over beslist. Meer informatie over de Erfgoedcommissie is te vinden op haaksbergen.nl.
Foto: Evert Jan Krouwel, voorzitter van de Erfgoedcommissie, voor het Gängelhuuske, dat wel eens een monumentenschildje opgeschroefd kan krijgen.