12:00 Haaksbergen - aangepast om 13:52

Gemeente bestrijdt alleen nog maar in de bebouwde kom

“Veel meer rupsen dan we kunnen bestrijden”

Dit jaar zijn er nog veel meer eikenprocessierupsen dan vorig jaar. Dat geldt niet alleen voor Haaksbergen, maar voor het hele land. Was de jeukrups vorig jaar al uitgegroeid tot een ware plaag, dit jaar zijn er zelfs drie keer zoveel. Ondanks de preventieve bestrijding in het voorjaar, komen er bij de gemeente dagelijks tientallen meldingen binnen over de eikenprocessierups. Maar het zijn er zoveel dat ze onmogelijk allemaal bestreden kunnen worden.

Op plekken waar vorig jaar veel overlast was door eikenprocessierupsen, heeft de gemeente Haaksbergen preventief gespoten met een biologisch afbreekbaar bestrijdingsmiddel. Daardoor is de overlast op die plekken een stuk minder. Maar dat valt in het niet bij de flinke overlast die op veel andere plekken ervaren wordt, weet ook verantwoordelijk wethouder Jan-Herman Scholten. “Er zijn nu eenmaal meer rupsen dan we nog kunnen bestrijden”, erkent Scholten.

Wennen

Op social media klagen sommige inwoners dat er niets met hun melding gedaan wordt. Scholten knikt. “Dat snap ik wel. Maar het is gewoon onbegonnen werk. Een bestrijder met een hoogwerker en twee werknemers kost ons per dag 1200 euro. We hebben geen onbeperkt budget en er zijn gewoon te veel nesten. Het is niet leuk om te moeten zeggen, maar inwoners moeten eraan wennen dat de rups er is en dat we als gemeente niet elk nest kunnen aanpakken.”

Dweilen met de kraan open

De flinke hoeveelheid nesten in combinatie met het beperkte budget en de volgeboekte bestrijders zorgen ervoor dat de gemeente rigoureus keuzes heeft moeten maken. “Buiten de bebouwde kom gaan we daarom geen nesten meer weghalen”, vertelt Scholten. “Het is echt dweilen met de kraan open. In veel bomen zitten meerdere nesten. Een professionele bestrijder kan op een dag vaak maar een paar bomen afwerken, terwijl er dagelijks tientallen meldingen bij komen.”

Alleen binnen de bebouwde kom

De noodgedwongen keuze is ook voor wethouder Scholten een vervelende boodschap om te brengen. “Het liefst laat je natuurlijk alle nesten weghalen. Maar dat kan simpelweg niet. Het is te duur en al hadden we het geld, dan waren er geen bestrijders beschikbaar. We bestrijden daarom alleen nog maar in de bebouwde kom. Plekken waar veel mensen komen hebben prioriteit, maar ook daar geldt dat het wel twee weken kan duren voordat er bestreden wordt. Plekken als schoolpleinen krijgen uiteraard extra voorrang.”

Neem contact op!

Ziet u in uw omgeving bomen die besmet zijn met eikenprocessierupsen? Neem dan contact op met de gemeente via telefoonnummer (053) 573 45 67 of gebruik het meldingenformulier op
www.haaksbergen.nl. Aanvullende informatie is verkrijgbaar bij de GGD Milieu- en Gezondheidslijn: (0900) 277 77 77.

Brandbrief

Een aantal Twentse gemeenten, waaronder Haaksbergen, stuurde samen een brandbrief naar de ministers Schouten en De Jonge, die hier landelijk over gaan. In de brief stellen de gemeenten dat het zo niet langer kan, dat inwoners echt gezondheidsproblemen krijgen en dat het probleem niet ophoudt bij de gemeentegrens. Afstemming tussen gemeenten en provincies over de te nemen maatregelen is gewenst, maar een centraal informatiepunt is onvoldoende gezien de ervaren problemen. De overlast wordt elk jaar groter en een landelijke aanpak is nodig, zo schrijven de gemeenten in de brandbrief.

Wat wel en wat niet?

Zelf de rupsen te lijf gaan met een gasbrander is heel onverstandig, omdat de brandhaartjes van de rups er niet door verdwijnen. Nesten in de openbare ruimte kunnen inwoners melden bij de gemeente. Op particuliere grond kunnen inwoners zelf een bestrijder proberen te regelen. Bij de rups uit de buurt blijven is lastig. Bedek de huid zoveel mogelijk en ga niet in het gras liggen. Tóch last van jeuk? Niet krabben, wél de huid spoelen met water of strippen met plakband. Een douche nemen en de kleren wassen is ook verstandig. Aloë vera, paardenbalsem en mentholgel lijken verzachtend te werken. Ernstige klachten? Neem dan contact op met de huisarts. Meer informatie vindt u op de website van de GGD Twente.